Bij kanaalplaatvloeren is het nagenoeg onmogelijk om er fabrieksmatig de moussparing in aan te brengen; wat wel kan, is het aanbrengen van een ‘standaard’ sparing van zeg: 150x150 mm. Het MOUS Systeem voorziet in een oplossing voor deze situaties in de vorm van een multiplex paneeltje (200x200 of 200x300mm) en een speciaal markeringplaatje (figuur). Zodra de kanaalplaten gelegd zijn wordt er over de vloersparing een multiplex paneeltje aangebracht, op het oog uitgelijnd met de onderliggende punten waarbij tevens het gat zo goed mogelijk wordt afgedicht. Om te voorkomen dat later lekwater het meten zou frustreren, wordt er onder het plaatje een rups PUR-schuim aangebracht. Het paneeltje wordt op de vloer vastgezet met enkele in het werk ‘te boren’ ankers (Expresnagels). Voor het oploden wordt een theodoliet/Total Station of een oploodlaser boven het oploodpunt opgesteld. In het vlakke markeringplaatje komt een oploodrichtmerk en het plaatje wordt uitgelijnd ten opzichte van de loodlijn. Omdat het beheerst richting-voor-richting inzichten, controleren en corrigeren zoals dat kan met de kruisgeleider, hier niet mogelijk is, is een theodoliet of Total Station in dit geval een minder geschikt instrument om mee op te loden. Voor een oploodlaser gelden de genoemde bezwaren minder en is het werken daarmee voor het oploden naar kanaalplaatvloeren de beste optie. Het markeringplaatje wordt, na te zijn uitgelijnd - en nadat het instrument op een correcte werking is gecontroleerd - op de ondergrond met schroeven vastgezet. Markeerpluggen kunnen hier achterwege blijven omdat de signalering MEETPUNT al op het plaatje is aangebracht en de argumenten ‘wateroverlast’ en ‘vervuiling’ hier niet van toepassing zijn.
|
|
Voor het oploden naar kanaalplaatvloeren wordt een vlakke markeringplaat ingericht en vastgeschroefd.
|